Met een hoogte van slechts 5,8 cm past de RULE LP900D lenspomp zelfs in de kleinste ruimtes. Om de pomp te bedienen is een vlotterschakelaar of een bedieningspaneel nodig. Dankzij de 180° draaibare slangaansluiting kan de pomp moeiteloos en universeel worden geïnstalleerd.
Er worden vier verschillende slangaansluitingen geleverd bij de bilgepomp: 3/4", 1", 1/8" met rechte slangaansluiting en 3/4" met haakse slangaansluiting.
Voltage: 12V / 4A
Vermogen: 3400 l/u
Afmetingen: 19,3 x 5,8 x 5,8 cm
Wij adviseren het gebruik van M8 roestvrijstalen schroeven van voldoende lengte om de pomp te bevestigen zonder de gehele romp te doorboren. Gebruik een flexibel afdichtmiddel zoals Sikaflex 291i in de schroefgaten om te voorkomen dat water door de schroefgaten heen naar binnen dringt.
Deze lenspomp is ontworpen voor gebruik met een flexibele slang. Stijve leidingen of buizen kunnen de pomp en de afvoer van de pomp beschadigen.
Factoren die de doorstroming van de lenspomp verminderen kunnen onder andere zijn:
- De lengte van de afvoerleidingen (lange trajecten verminderen de doorstroming)
- Het aantal of de scherpte van de bochten
- De ruwheid van de binnenoppervlakken van de leidingen en fittingen (een slang met een gladde binnenzijde is het beste)
- De doorstromingsverlaging (slangvertraging) in de diameter van onderdelen van het afvoersysteem zoals regelkleppen en rompdoorvoeren
Bevestig de afvoerslang op de slangtule met roestvrijstalen slangklemmen.
Een afvoeraansluiting voor een rompdoorvoer moet zich minimaal 20,3 cm (8”) boven de hellende waterlijn bevinden om te voorkomen dat er water van buiten naar binnen wordt geheveld. De afvoer mag onder de maximaal hellende waterlijn worden aangebracht als de afvoerleiding is voorzien van het volgende:
- Een ontluchte lus of een ander middel dat voorkomt dat er water de boot in hevelt. Voor dit doel mag geen regelklep gebruikt worden.
Als de afvoeren van verschillende pompen met een verdeelstuk op één rompdoorvoerfitting worden aangesloten, moet het systeem dusdanig worden ontworpen dat de werking van de ene pomp geen terugstroming veroorzaakt in een andere pomp en dat het gelijktijdig werken van pompen de pompcapaciteit van het systeem niet vermindert. Er mag in het verdeelsysteem geen regelklep worden gebruikt. Er mag alleen een regelklep worden gebruikt als dat nodig is om te voorkomen dat een automatische lenspomp aan en uitschakelt als gevolg van terugstroming uit de afvoerleiding.
De slangaansluitingen moeten worden vastgemaakt met een niet-corroderende klem of mechanisch met permanent bevestigde eindfittingen zoals een gefelste mof. Schroefdraadinzetten moeten worden bevestigd met corrosiebestendige metalen klemmen.